Op 29 oktober 1929 vond een van de meest beruchte gebeurtenissen in de financiële geschiedenis plaats, bekend als Zwarte Dinsdag. Deze dag markeerde het begin van de Grote Depressie, een periode van wereldwijde economische neergang die meer dan een decennium zou duren. De aandelenmarkt crashte op deze dag, wat leidde tot een massale verkoop van aandelen en een dramatische daling van de aandelenkoersen.
De crash volgde op een periode van speculatie en overmatige kredietverlening in de jaren 1920, waarbij veel beleggers grote sommen geld leenden om aandelen te kopen in de hoop op snelle winsten. Toen de markt begon te dalen, raakten beleggers in paniek en probeerden ze hun aandelen te verkopen, wat de daling verder versnelde.
De gevolgen van de crash waren verstrekkend. Banken gingen failliet, bedrijven sloten hun deuren en miljoenen mensen verloren hun spaargeld en banen. De economische impact was wereldwijd voelbaar, met een aanzienlijke daling van de industriële productie en handel.
De gebeurtenissen van 29 oktober 1929 hebben geleid tot belangrijke veranderingen in de financiële regelgeving en toezicht, met als doel het voorkomen van een herhaling van een dergelijke catastrofe. Het blijft een belangrijk studieonderwerp voor economen en historici die de oorzaken en gevolgen van financiële crises onderzoeken.