In de klassieke oudheid was de lier een populair tokkelinstrument. Dit snaarinstrument werd vaak geassocieerd met de Griekse god Apollo en werd gebruikt in verschillende culturele en religieuze ceremonies. De lier had meestal zeven snaren en werd bespeeld door met een plectrum over de snaren te tokkelen. Het instrument was geliefd vanwege zijn melodieuze klanken en speelde een belangrijke rol in de muziek en poëzie van die tijd. Naast de lier waren er ook andere tokkelinstrumenten zoals de kithara en de harp, die eveneens een prominente plaats innamen in de muziek van de klassieke oudheid.